
Jurisprudentie
BB5711
Datum uitspraak2007-10-16
Datum gepubliceerd2007-10-16
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
ZaaknummersKG 07/1063
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2007-10-16
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
ZaaknummersKG 07/1063
Statusgepubliceerd
Indicatie
Vestia vordert vonnis van de kantonrechter uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. De kantonrechter heeft bij vonnis van 19 juli 2007 de huurovereenkomst tussen Vestia en gedaagde ontbonden en gedaagde veroordeeld tot ontruiming van de woning. De kantonrechter heeft daarbij afgezien van uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Vestia heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld. Er is nog steeds sprake van overlast. De voorzieningenrechter is van oordeel dat onder deze omstandigheden niet van Vestia gevergd kan worden dat zij de uitspraak in hoger beroep afwacht, temeer niet nu dit nog geruime tijd kan duren en Vestia ook een verantwoordelijkheid heeft ten opzichte van haar andere huurders. Er is derhalve aanleiding het vonnis van de kantonrechter alsnog uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Uitspraak
RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
sector civiel recht - voorzieningenrechter
Vonnis in kort geding van 16 oktober 2007,
gewezen in de zaak met rolnummer KG 07/1063 van:
de stichting
Stichting Vestia Groep, h.o.d.n. Vestia Den Haag Zuid Oost,
gevestigd te Den Haag,
eiseres,
procureur mr. R. de Mooij,
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
procureur mr. A. Vijftigschild.
Partijen zullen hierna worden aangeduid als Vestia en [gedaagde].
1. De feiten
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 9 oktober 2007 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
1.1. [gedaagde] huurt van Vestia de woning [adres] (hierna ook: de woning).
1.2. Vestia heeft [gedaagde] doen dagvaarden voor de kantonrechter van deze rechtbank omdat [gedaagde] volgens Vestia overlast had veroorzaakt. Bij vonnis van 19 juli 2007 (hierna ook: het vonnis van de kantonrechter) heeft de kantonrechter de huurovereenkomst tussen partijen ontbonden en is [gedaagde] veroordeeld tot ontruiming van de woning.
1.3. In het vonnis van de kantonrechter is onder meer het volgende overwogen:
"3. Overgelegd is een aangetekende brief van eiseres aan gedaagde d.d. 12 januari 2006, waarin hij een laatste waarschuwing kreeg op grond van wat zich tot dan toe in respectievelijk rond de woning van gedaagde had afgespeeld. Blijkens de producties van latere datum is daarin kennelijk onvoldoende verandering gekomen. De overgelegde politierapportage, voorzien van handtekening, vormt slechts een bevestiging van een en ander en bevat onvoldoende nieuwe gezichtspunten. Het moge zo zijn dat gedaagde graag bereid is er alles aan te doen om geen overlast te veroorzaken, zoals hij bij Antwoord aanvoert, vooralsnog heeft het er teveel de schijn van dat gedaagde, al dan niet mede door toedoen van hem bezoekende personen, voor wier gedrag hij in dit opzicht verantwoordelijk is, onvoldoende bij machte is die bereidheid te effectueren op zodanige wijze dat rustig woongenot voor de omwonenden is gegarandeerd.
Ook het ter comparitie aangevoerde biedt onvoldoende houvast om gedaagde te volgen in zijn stelling dat sprake is van overdreven stemmingmakerij c.q. eiseres nader bewijs op te dragen.
4. Toewijzing komt dan ook gerechtvaardigd voor doch daarbij zal worden afgezien van uitvoerbaarverklaring bij voorraad, wat meebrengt dat partijen nog enig respijt is gegund. (...)"
1.4. Vestia heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld, waarin zij onder meer, bij incidentele conclusie op de voet van artikel 234 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, heeft gevorderd dat het vonnis van de kantonrechter alsnog uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard. [gedaagde] heeft incidenteel appel ingesteld.
1.5. Uit een rapport van de politie Haaglanden van 27 september 2007 blijkt onder meer dat de politie op 16 en 18 augustus 2007 vanuit de woning van [gedaagde] komende geluidsoverlast heeft waargenomen. Op 16 augustus 2007 ging het om harde muziek. De politie heeft hieraan een einde gemaakt, maar volgens het rapport klonk de muziek even later weer over straat. Op 18 augustus 2007 ging het om gillen en schreeuwen. Ook hieraan heeft de politie een einde gemaakt.
1.6. In een email van 1 oktober 2007 van [A] van Vestia aan het kantoor van mr. De Mooij is onder meer het volgende vermeld:
"(...) Er is vanwege de voortdurende overlast, wederom een huuropzegging binnengekomen in het portiek van [gedaagde]. Dit is al de tweede woning rondom [gedaagde], die opgezegd wordt vanwege zijn woongedrag. Vestia kan deze woning niet op de gebruikelijke manier, via de woonkrant, verhuren. Net als bij de vorige huuropzegging zullen wij een "geschikte" kandidaat moeten zoeken voor deze woning. (...)"
1.7. Diverse buren van [gedaagde] hebben een verklaring ondertekend dat zij de laatste zes maanden geen overlast van [gedaagde] hebben ondervonden.
2. De vorderingen, de gronden daarvoor en het verweer
2.1. Vestia vordert - zakelijk weergegeven - het volgende:
I het vonnis van de kantonrechter uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, dan wel [gedaagde] te veroordelen de woning binnen zeven dagen na dit vonnis met de zijnen en het zijne, met afgifte van de sleutels, te verlaten en te ontruimen, met machtiging van Vestia om deze ontruiming te doen bewerkstelligen door een deurwaarder, zo nodig met behulp van de sterke arm van politie en justitie;
II [gedaagde] te veroordelen aan Vestia te betalen een bedrag van € 403,09 per maand, een ingegane maand voor een hele gerekend, totdat de huurovereenkomst op rechtsgeldige wijze zal zijn beëindigd dan wel [gedaagde] de woning zal hebben verlaten en ontruimd;
III [gedaagde] te veroordelen aan Vestia te betalen de achterstallige huur (€ 806,18), te vermeerderen met de wettelijke rente berekend vanaf de respectieve vervaldata, ingaande per 1 augustus 2007, tot aan de dag der algehele voldoening.
2.2. Hiertoe voert Vestia het volgende aan. Omdat het vonnis van de kantonrechter niet uitvoerbaar bij voorraad is verklaard en die beslissing niet deugdelijk is gemotiveerd, is er sprake van een omissie in dit vonnis. Bovendien zijn er nieuwe omstandigheden. [gedaagde] veroorzaakt immers nog steeds overlast. De overlast is zo erg dat sommige buren de huur van hun woning hebben opgezegd en dat Vestia deze woningen niet meer op normale wijze kan verhuren. [gedaagde] heeft voorts een betalingsachterstand van twee maanden.
2.3. [gedaagde] voert gemotiveerd verweer dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.
3. De beoordeling van het geschil
3.1. Volgens [gedaagde] dient Vestia de uitspraak in hoger beroep af te wachten omdat na het vonnis van de kantonrechter van overlast geen sprake meer is geweest. Dat blijkt onder meer uit de overgelegde verklaringen van de buren van [gedaagde]. Volgens [gedaagde] wil een klein aantal buren dat hij zijn woning verlaat. Hun verklaringen zijn volgens hem niet betrouwbaar.
3.2. De voorzieningenrechter overweegt het volgende. Uit het vonnis van de kantonrechter blijkt dat Vestia aan [gedaagde] al begin 2006 een laatste waarschuwing heeft gegeven. De vorderingen van Vestia zijn door de kantonrechter uiteindelijk toegewezen omdat [gedaagde] - zakelijk weergegeven - niet bij machte is gebleken om zijn woorden om te zetten in daden. In dit kort geding is, ondanks de door [gedaagde] overgelegde verklaringen, voldoende aannemelijk geworden dat hierin na het vonnis van de kantonrechter geen, althans onvoldoende, verandering is gekomen. Uit het onder 1.5 genoemde politierapport blijkt immers duidelijk dat er ook na het vonnis van de kantonrechter meerdere keren sprake is geweest van geluidsoverlast. Naast het politierapport heeft ook Vestia verklaard dat buren van [gedaagde] (mede) wegens de door [gedaagde] veroorzaakte overlast hun huurovereenkomst hebben opgezegd en dat Vestia het wegens deze overlast niet aandurft deze woning(en) op normale wijze te verhuren. De volgens [gedaagde] onbetrouwbare verklaringen van de buren die ook ter zitting aanwezig waren kunnen hier buiten beschouwing worden gelaten.
3.3. De voorzieningenrechter is van oordeel dat onder deze omstandigheden niet van Vestia gevergd kan worden dat zij de uitspraak in hoger beroep afwacht, temeer niet nu dit nog geruime tijd kan duren en Vestia ook een verantwoordelijkheid heeft ten opzichte van haar andere huurders. Er is derhalve aanleiding het vonnis van de kantonrechter alsnog uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Dat de kantonrechter partijen respijt heeft willen gunnen staat hieraan, naar voorlopig oordeel, niet in de weg. Wat deze overweging ook moge betekenen, duidelijk is in elk geval dat voor respijt geen grond meer aanwezig is indien, zoals in dit geval aannemelijk is, de overlast heeft voortgeduurd.
3.4. De vordering onder II zal, als met het voorgaande verbonden, worden toegewezen. Nu door [gedaagde] is erkend dat hij over de maanden september en oktober 2007 nog geen huur heeft voldaan, zal voorts de vordering onder III worden toegewezen.
3.5. [gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
4. De beslissing
De voorzieningenrechter:
verklaart het onder 1.2 bedoelde vonnis van de kantonrechter uitvoerbaar bij voorraad;
veroordeelt [gedaagde] om ter zake van de huurachterstand aan Vestia te betalen een bedrag van € 806,18, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de respectieve vervaldata tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] om aan Vestia betalen een bedrag van € 403,09 per maand, een ingegane maand voor een hele gerekend, totdat de huurovereenkomst op rechtsgeldige wijze zal zijn beëindigd dan wel [gedaagde] de woning zal hebben verlaten en ontruimd;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van Vestia begroot op € 1.151,31, waarvan € 816,-- aan salaris procureur, € 251,-- aan griffierecht en € 84,31 aan dagvaardingskosten;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J. Paris en uitgesproken ter openbare zitting van 16 oktober 2007 in tegenwoordigheid van de griffier.
SV